Moontje is een meisje van acht jaar. Ze is onopvallend, een tikje stil, en vaak diep in gedachten verzonken.
Dit jaar heeft Moontje voor kerst een bijzonder cadeau gevraagd. En elke avond, voordat ze gaat slapen, voegt ze stilletjes aan haar avondgebedje toe: ‘…Oh, en Onze-lieve-heer, laat de Kerstman mijn wens vervullen ...?’
Niet dat ze gelooft in de Kerstman, ze weet heus wel dat haar moeder de kerstcadeautjes koopt. Ze weet trouwens ook niet zeker of Onze-lieve-heer wel bestaat, maar ze neemt graag het zekere voor het onzekere. ‘Alstublieft…?’ fluistert ze er daarom beleefdheidshalve toch maar achteraan.
Niet dat ze gelooft in de Kerstman, ze weet heus wel dat haar moeder de kerstcadeautjes koopt. Ze weet trouwens ook niet zeker of Onze-lieve-heer wel bestaat, maar ze neemt graag het zekere voor het onzekere. ‘Alstublieft…?’ fluistert ze er daarom beleefdheidshalve toch maar achteraan.
Op kerstochtend is ze om zeven uur wakker. Te opgewonden om nog te kunnen slapen sluipt ze naar de woonkamer. Haar hart maakt een sprongetje als ze onder de kerstboom het in blauw papier ingepakte pakje ontwaart met haar naam erop. Zou het…?
Voordat de rest van de familie is opgestaan en klaar is met het ontbijt, is het negen uur. Al die tijd heeft ze haar ogen niet kunnen afhouden van het blauwe pakje. Als het eindelijk tijd is voor de cadeautjes, is ze zo nerveus dat ze met het hare wacht tot het laatst, bang als ze is voor een teleurstelling. Stel dat er gewoon een spelletje in zit, of een chocoladeletter die nog over is van sinterklaas. Gezien de vorm van het pakje zou dat ook best kunnen.
Haar vader heeft een computerspel gekregen. Haar moeder een fles parfum. En haar zusje een paardenboek.
´Nou Moon, nu ben jij toch echt aan de beurt.’ Moeder schuift haar het blauwe pakje toe.
Terwijl haar hart bonst en haar lijf van binnen jeukt van de spanning, peutert ze met tergende precisie een plakbandje los. En nog een. En dan wordt het cadeau zichtbaar. Glanzend groen met blauw is de buitenkant. Dit is ‘m. Deze had ze gezien in de winkel!
´Nou Moon, nu ben jij toch echt aan de beurt.’ Moeder schuift haar het blauwe pakje toe.
Terwijl haar hart bonst en haar lijf van binnen jeukt van de spanning, peutert ze met tergende precisie een plakbandje los. En nog een. En dan wordt het cadeau zichtbaar. Glanzend groen met blauw is de buitenkant. Dit is ‘m. Deze had ze gezien in de winkel!
`Maar wat is het dan?’ vraagt haar zusje ongeduldig.
‘Een Toverboek,’ zegt Moontje met een gelukzalige glimlach.
Ze bladert erdoorheen en streelt liefkozend elke maagdelijk lege bladzijde.
‘Maar er staat niets in!’ roept haar zusje.
Ze bladert erdoorheen en streelt liefkozend elke maagdelijk lege bladzijde.
‘Maar er staat niets in!’ roept haar zusje.
‘Jawel,’ fluistert Moontje. ‘Het staat vol. Met verhalen. Die kunnen jullie alleen nog niet lezen.’
Want ze moeten nog worden opgeschreven. Maar aangezien ze inmiddels alle letters van het alfabet kent, vormt dát geen probleem.
‘Dank u wel Kerstman!’ roept Moontje, en schalks richt ze haar blik omhoog. En dank u wel, Onze-lieve-heer!
Dat laatste zegt ze niet hardop.
‘Dank u wel Kerstman!’ roept Moontje, en schalks richt ze haar blik omhoog. En dank u wel, Onze-lieve-heer!
Dat laatste zegt ze niet hardop.
Die middag blaast Moontje hoogstpersoonlijk haar toverboek leven in. Met sierlijke letters begint ze te schrijven op de eerste lege bladzijde:
Moontje is een meisje van acht jaar …
Dit verhaaltje werd geschreven naar aanleiding van een schrijfopdracht:
Ik kreeg een geweldig kerstcadeau. Maximaal 400 woorden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten