donderdag 29 juni 2017

Ingewijd


Een jaar of tien, elf waren we, en ons nieuwe favoriete spel, tijdens de dagelijkse tocht vanaf onze Katholieke Meisjesschool naar huis, was het achterna lopen van een groepje jongens van de nabijgelegen jongensschool. Voor kinderachtige spelletjes als tikkertje en stoepbal werden we te groot, vonden we. Liever waren we in de weer met blauwe oogschaduw en roze lippenstift, gejat van onze grote zussen, en het uitdagen van die boeiende, onbegrijpelijke wezens van het andere geslacht.  Waartoe we ze precies uitdaagden wisten we zelf ook niet, alleen dat het ongelofelijk spannend was.

Het ging ons eigenlijk vooral om Freek, de grootste van het stel. Freek was (zo vermoedden wij) enorm sterk en had een lange blonde kuif, die altijd voor één van zijn ogen hing. Dat oog kneep hij ook vaak half dicht, een beetje zoals James Dean. Het gaf zijn blik iets arrogants, uitdagends. Freek kwam uit een gezin met vijf jongens, een ‘a-sociaal gezin’ volgens onze ouders, maar dat deerde ons meisjes niet, of maakte hem juist extra interessant.

Stevig gearmd, giechelend en bijna ontploffend van de zenuwen volgden we ze op een paar meter afstand. De jongens, op hun beurt, veinsden zich niet bewust te zijn van de kirrende kluwen ontluikende hormonen die achter hen liep. Totdat je hen plots de ruggen zag rechten, en ze zich op een geschreeuwd ‘NU!’ als één man omdraaiden. Wij moesten dan rennen voor ons leven.
Zij joegen ons op totdat ze één van ons te pakken hadden. Het slachtoffer  werd dan meegesleurd en tegen een muur gezet. Wat zich vervolgens afspeelde onttrok zich aan ons zicht. Wij - de ontkomen meisjes - bleven vanaf een afstandje toekijken, met een mengeling van zusterlijke bezorgdheid en heimelijke jaloezie. Als het meisje in kwestie – na een minuut of wat - werd vrijgelaten en weer veilig in ons midden terugkeerde, met hoogrode konen en een zenuwachtige trilling om de mond,  buitelden we bijna over haar heen in razende nieuwsgierigheid naar wat er gezegd en - vooral -  gebéurd was.

 ‘Daar kom je zelf wel een keer achter…’ antwoordde het slachtoffer dan steevast op decente toon, een geheimzinnige blik wisselend met degenen die haar eerder waren voorgegaan.

Op een dag was ik de ongelukkige, of de gelukkige, zo je wilt. In mijn vlucht werd ik van achteren bij mijn paardenstaart gegrepen en, hevig tegenstribbelend, door minstens vijf paar jongensarmen hardhandig meegesleurd en tegen de muur gezet. Mijn vriendinnen, dicht bij elkaar, met grote ogen en een hand voor de mond geslagen, keken vanaf gepaste afstand toe. 

De jongens vormden inmiddels een half kringetje om me heen, om me een vlucht te beletten, en Freek plantte zijn grote sterke armen aan weerszijden van mijn hoofd tegen de muur.
‘Wat moet je nou, hè?’ zei hij terwijl hij me strak aankeek. Ik wist daarop het antwoord niet, eigenlijk was ik ervan uitgegaan dat híj dat wel zou weten, dus ik staarde alleen maar verschrikt terug in die half geloken James Dean ogen.
‘Nou….? Hè…?’ herhaalde Freek, die het kennelijk meer moest hebben van zijn looks dan van zijn verbale vaardigheden.

‘N…niks’, wist ik uiteindelijk piepend uit te brengen.
‘Oké, voor deze keer laten we je gaan. Maar pas op hè, want de volgende keer…..’
Wat die ‘volgende keer’ in zou houden bleef in het midden.

Met trillende knieën keerde ik even later terug bij mijn soortgenoten, die zich opgewonden om me heen verdrongen en me meelevend beetpakten alsof ik zojuist een heus gijzelingsdrama had doorstaan, wat in wezen natuurlijk ook het geval was. “Wat…” en  “Hoe….” wilden ze door elkaar gillend weten.

Ik wisselde een blik met de eerdere slachtoffers, keek de kring rond, wachtte tot iedereen stil was, en fluisterde op de verheven toon van een ingewijde: ‘Daar kom je zelf nog wel een keer achter….’





woensdag 28 juni 2017

Bedrog & Leugens



Hij had het plompverloren gezegd, naakt en kwetsbaar naast haar, in bed.
‘Ik ga het haar vertellen.  Ik hou die leugens niet meer vol.’
‘En dan?’ had ze geschrokken gevraagd.

‘Ik ga scheiden. Ik kies voor jou’.
‘Niet doen, alsjeblieft!’ riep ze. ‘Het gaat niet werken tussen ons.’
‘Hoezo niet?’ zei hij.

Ze had het antwoord niet over haar lippen kunnen krijgen, beseffend hoe onwaarschijnlijk hypocriet het moest klinken, uit haar mond…

Iemand die zo lang zijn vrouw heeft kunnen bedriegen, zal ik nooit vertrouwen

'Ik hou niet genoeg van je.' Heeft ze in plaats daarvan gelogen.







maandag 26 juni 2017

Oude Noorden - Joop (1)


Als ik, drijfnat van de regen, vrijdagsmiddags de hoek om fiets, komt net mijn 81-jarige buurman Café Centraal uit gewankeld. ‘Lekker potje bier op, Joop?’ roep ik terwijl ik een slinger aan mijn stuur geeft om hem te ontwijken.

‘Hééé, buurvrouw,’ lalt hij met dubbele tong. ‘Wat zie jij d’r uit joh! Hebbie de Rotte genomen!’

Hij staat nog steeds luidkeels te bulderen om zijn eigen grap als ik, bij mijn huis aangekomen, mijn fiets vastzet. Ondanks mijn natgeregende pesthumeur moet ik glimlachen.  
‘Fijn weekend Joop!’ roep ik achterom. 

Voorlopig is het zijne beter begonnen dan het mijne. 




Oude Noorden - Joop (2)


‘As t’r ‘s nachts wat is mot je gewoon schreeuwen hè’, tettert Joop in mijn oor terwijl hij bijna van zijn barkruk aflazert. Met wat buurtgenoten zitten we in Café Centraal, gisternacht is er ingebroken in onze straat en dan zit de schrik er toch even goed in.

‘Doe ik Joop, maar ik bel dan toch wel eerst 1-1-2’.

‘Ja, ha, nou, eerdat die juuten d’r zijn leg jij al met een houte jassie op Crooswijk…’ schampert hij. ‘Gewoon keihard gillen! Ik mag dan eenentachtig zijn maar ik ramt ze eigenhandig de straat uit. Want van me buurvrouw blijven ze af ! ’



Oude Noorden - Joop (3)


Ach ja, Joop. Geboren en getogen in het Oude Noorden. En uit vrije wil zet ie er geen poot buiten, roept ie tegen wie het maar horen wil.  Jaha, voor zijn laatste ritje, straks, dan gaat ie naar Crooswijk. Maar dan motten ze hem toch echt de Rotte over drágen, tussen zes plankies, ha!  

Zeven dagen per week zit ie in de kroeg, pendelend op z’n fietsie tussen Café Centraal en Postiljon. Z’n vaste stekkie aan de bar. Pilsie, jajempie d’r naast. En, met een miniem draaiende vingerbeweging mompelend naar de barman: ‘…Doet hun ook nog wat…’

Hij moet zijn AOW’tje toch ergens kwijt.



Oude Noorden - Joop (4)


Ooit was ie getrouwd, vertelt hij me tijdens een kwebbeltje. Met Fientje, het liefste meissie van Noord. Mán-man-man wat was tie groos met d’r.
Drie jaar later, in ’68, overleed ze. In het kraambed van hun te vroeg geboren kind.

 ‘Een jochie… ach-ach buurvrouw, zó klein was tie…’ zijn grote kolenschoppen wijzen een kleine dertig centimeter aan. ‘…Jopie, zo zou ie heten als het een  jongetje was…’
Het kind was vlak na zijn moeder gestorven.

Ik val stil. Wat moet je zeggen op zoveel leed in een notendop.

‘Daarna ben ik d’r nooit meer an begonnen. D’r is een grens an hè, wat een mens ken verstouwen. Maar hiero…’ hij klopt op zijn linkerborst, ‘Hiero zitten ze nog altijd. Allebei.’





Oude Noorden - Joop (5)


Z’n plekkie aan de bar was al een paar dagen leeg gebleven en dat was niets voor Joop. Ze vonden hem uiteindelijk in zijn schommelstoel, een verschraald biertje naast ‘m.

Een handvol stamgasten, de kroegbazen van Centraal en Postiljon, en een paar buren zijn aanwezig. Een zwarte auto heeft hem, tussen zes vurenhouten plankies, de Zaagmolenbrug over gereden naar Crooswijk.

Bolle Rinus neemt het woord: ‘Joop, je was een goeie, gulle gozert…,’  de cafébazen wisselen een blik. Joops laatste rekeningen,  toch goed voor zo’n tweehonderd euro elk, zullen ze maar afboeken. Gevalletje bedrijfsschade.

‘…doet de groeten daarboven aan Fientje en die kleine,’ besluit Rinus zijn speech. ‘Dalijk nemen we d’r eentje, speciaal op jou. Rest in pies, knul.’





zaterdag 17 juni 2017

Mannendingetje (5) - 99 woorden verhaaltje


Als hij de transversus-abdominis* flink aanspant ziet het er picobello uit, constateert hij in de spiegel voordat hij vertrekt.

Bloedmooi, wulps - conform haar datingprofiel - zit ze aan het afgesproken tafeltje. Op haar geanimeerde gebabbel kan hij zich evenwel lastig concentreren, nu zijn continu aangetrokken buikspieren tot toenemende darmkrampen leiden.

 ‘Zullen we anders bij mij thuis nog een afzakkertje…?’ oppert ze bij het afscheid, buiten.

 ‘Ehhh...volgende keer? Ik moet morgenochtend echt héél vroeg …’

Eenmaal buiten haar gehoorafstand kan hij de boel eindelijk ontspannen. Minstens drie liter opgehoopt darmgas reutelt en toetert zich dankbaar een weg naar bevrijding.





De musculus transversus abdominis[1] of dwarse buikspier[2][3] is een skeletspier die aan de binnenzijde van de schuine buikspieren ligt. Met name deze spier oefent druk uit op de buikingewanden [Bron: Wikipedia]



maandag 12 juni 2017

Mannendingetje (3) - 99 woorden verhaaltje


Samen met hem kijkt ze zo’n filmpje, bedoeld om – ze is de lulligste niet – de stemming wat te verhogen. In de eerste scene stelt een dame kokhalzend doch gewillig haar keelholte beschikbaar,  onderwijl triomfantelijk lonkend naar de camera (…knap hè van mij?)
Daarna volgt een serie ingewikkelde acrobatische oefeningen, waarbij mevrouw getroffen lijkt door een gevaarlijk toenemende aanval van hyperventilatie.

‘Zo doét een vrouw niet als ze opgewonden is!’ roept ze, beseffend de inmiddels toch al broze sfeer nu wel definitief te verpesten.
‘Já, dat weet ik ook wel,’ zucht hij. ‘Het is pórno, liefje. Gewoon, een mannendingetje’. 




zondag 11 juni 2017

Mannendingetje (2) - 99 woorden verhaaltje


 ‘Die fascinatie van mannen voor hoerige vrouwen,’ zegt ze. ‘Wat is dat toch?’
Hij moet lang nadenken.  

‘…Misschien zijn het ingesleten jongetjesdromen. Hoe je als elfjarig joch ontdekte dat dat merkwaardige gevoel daarbeneden een oorzaak had. Dat je het kon oproepen door te fantaseren. Over de bakkersdochter, met haar helblonde hoog-opgetoupeerde haren, haar kersenmond en haar diepe decolleté. Die  jou met open mond in die oneindige gleuf tussen haar borsten zag staren, en je toen met een heimelijke knipoog het brood aanreikte. Hoe je vervolgens, het halfje tijgerwit als trofee in je handen, met kloppend kruis naar huis zweefde.’ 



donderdag 8 juni 2017

Leven of dood (99 woorden verhaaltje)

Op tafel loopt een mier. Denkbeeldig zoom ik in, dieper en dieper tot ik net zo klein ben, en wandel een stukje met hem op. Hoewel hij een enorme balk met zich meesjouwt heeft hij er flink de pas in, ik moet rennen om hem bij te houden. Straks zal hij vermoeid thuiskomen. ‘Ha papa!’ ‘Hallo kindjes, dag schat, het zit er weer op voor vandaag. Wat eten we?’

Ik zoom weer uit.

Op tafel loopt een mier. Met één duimdruk kan ik hem naar de mierenhemel sturen. Of niet. Het is aan mij.
Even waan ik me God.


vrijdag 2 juni 2017

Femme Fatale (99 woorden verhaaltje)


Daar staat ze, onder het grauwe schijnsel van een lantaarnpaal. Te magere benen in een te strakke goudkleurige broek. Een mislukte femme-fatale. Ooit het mooiste meisje van de klas. Toen, ja tóen, had hij er alles voor over gehad om… Maar toen zag ze hem niet staan.

Hij mindert vaart, draait het raampje open. Ze bukt voorover, hij kijkt in haar verdorde decolleté. 
‘Trekken kost tien, pijpen twintig.’ 
Hij reikt haar het briefje van honderd aan. Ze bekijkt hem nu argwanend. 
En wat moet ik daarvoor doen?’
‘Niets’, mompelt hij en geeft gas. 
Ze heeft hem nog altijd niet herkend.