zondag 25 november 2018


Wat vooraf ging…

Die zaterdag zou de de bundel Kort & Prachtig officieel worden gelanceerd, in een feestzaaltje aan de Oudegracht in Utrecht. De 42 schrijvers van Ultra Korte Verhalen, die elkaar alleen via het internet kenden, zouden elkaar voor het eerst in levenden lijve ontmoeten.
Omdat niet iedereen de weg wist in Utrecht hadden we met een stuk of tien schrijvers afgesproken bij de uitgang van Utrecht CS. Voor mij was dat eigenlijk het spannendste onderdeel van de dag. In zo’n mierenhoop afspreken met een groep mensen die elkaar nooit eerder hebbben ontmoet, dat moet wel leiden tot een….


ULTRA STERK VERHAAL

Uitgang Hoog Catharijne. Een groepje mensen kijkt nerveus rond. Het lijken geen schrijvers, maar ik waag het erop. ‘Hallo, ik ben Monique, zijn jullie…’
De grootste man kijkt me nors aan. ‘Schuilnaam?’
‘Mijn pseudoniem? Ik gebruik altijd gewoon…’
‘Maakt niet uit, je bent laat Blondie. Hup mensen, lopen!’
Op de Catharijnesingel worden we in een busje gepropt. Iedereen zwijgt, gezellig is anders. Na een halfuur rijden (het was toch maar tien minuten lopen?) stoppen we bij een pakhuis. Ik krijg een bivakmuts en een kalashnikov in mijn handen gedrukt. ‘Pak aan Blondie, jij dekt Kale Ko.’
Intussen, ergens op de Oudegracht, wordt feestelijk een verhalenbundel gelanceerd.





Afbeelding kan het volgende bevatten: zittende mensen

vrijdag 16 november 2018

Thuis



Als de verhuiswagen volgeladen wegrijdt sluip ik nog een keer door de holle kamers. Streel het kobaltblauwe raamkozijn waar een streepje wit doorheen schijnt dat ik ooit, toen, vergat mee te verven. Geef een tik tegen de douchekraan die anders blijft lekken. Snuif de kruidengeur op in een leeg keukenkastje. Mijn geur. Trek de voordeur achter me dicht en loop de straat uit. Mijn straat. De sleutels haal ik alvast los voor de overdacht, straks.

Twee weken later is onze nieuwe woning een paleisje.
‘We zijn er echt op vooruitgegaan,’ zegt mijn lief.
‘Ja, zeker,’ zeg ik. ‘Maar gaan we nu weer naar huis?’



zondag 11 november 2018

Vrij


‘s Nachts in het vacuüm
van waken naar slapen
kruip ik in jouw droom

Niet gestoord door de feiten
zal ik je verleiden en
maak je geen zorgen want
morgen zal alles weer zijn hoe het hoort

Schuld noch schaamte zullen ons plagen
want dromen staat vrij en
hooguit zul jij je
bij het ontwaken
vertwijfeld afvragen waarom
je in hemelsnaam droomde van mij


[‘Vrij' naar de songtekst  ©She won’t care  die ik schreef in 2014]



maandag 5 november 2018

Verbouwing



‘Doe het dan zelf, als je mij niet vertrouwt!’ Mijn lief smijt het gereedschap neer. Ik vroeg alleen maar of hij de deurposten wel in zijn berekening had meegenomen.
‘Of liep je tegen die aannemer vorig jaar ook constant te zeiken of hij wel wist wat hij deed?’
‘Ja hoor,’ bijt ik terug, ‘maar die reageerde een stuk volwassener.’ Mijn innerlijke feministe roert zich bij het dreigende verraad.
‘O? Vertel?’
Inwendig kronkelt het nu, maar ik kan niet meer terug.  ‘Nou ja… die glimlachte dan en zei:  Wijffie, als jíj  nou eens een lekker bakkie koffie ging zetten.’



vrijdag 2 november 2018

Kinderlokker



Op nummer 38 woonde een kinderlokker. Dat wisten we van Mara’s zus die al in de zesde zat, dus  verstand ervan had.

De verschoten gordijnen achter de vuile ramen zaten altijd dicht. Die zomer liepen wij dagelijks na schooltijd erlangs om belletje te trekken.  Dan schoof het gordijn wat opzij en verscheen een glimp van een lijkbleke zombiehoofd.  'Kinderlokker!' schreeuwden wij en stoven weg. Wie het langst bleef staan had gewonnen.
Toen de gordijnen gesloten bleven was de lol eraf. Knikkeren werd ons nieuwe spel.

Weken later vond de politie hem op zijn keukenvloer, na klachten van buren over stank en vliegenoverlast.


donderdag 1 november 2018

Dertien



Zachtgeel was hij, met een subtiel kantje langs de cups. Als ze haar mouw wat omlaag trok zag je het satijnen schouderbandje. De kussentjes toverden heuveltjes onder haar strakke shirt.

Ze vertrok zonder jas en nam de lift naar beneden.  Op de vijfde stapte hij in, de benedenbuurman die op John Travolta leek. Hij floot zachtjes. ‘Zo, jij wordt al een hele meid hè?’
Met ingehouden adem staarde ze naar de vloer, de eindeloze seconden tot de begane grond. Maar die middag zweefde ze over straat, schouders naar achteren, neus in de lucht en een onbestemde kriebel in haar buik.