‘Die fascinatie van
mannen voor hoerige vrouwen,’ zegt ze. ‘Wat is dat toch?’
Hij moet lang nadenken.
Hij moet lang nadenken.
‘…Misschien zijn het ingesleten jongetjesdromen. Hoe je als elfjarig joch ontdekte dat dat merkwaardige gevoel daarbeneden een oorzaak had.
Dat je het kon oproepen door te fantaseren. Over de bakkersdochter, met haar helblonde
hoog-opgetoupeerde haren, haar kersenmond en haar diepe decolleté. Die jou met open mond in die oneindige gleuf
tussen haar borsten zag staren, en je toen met een heimelijke knipoog het brood
aanreikte. Hoe je vervolgens, het halfje tijgerwit als trofee in je handen, met
kloppend kruis naar huis zweefde.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten