Knielen, handen vouwen, en als de priester de hostie heft en ‘Het lichaam van Christus’ zegt, éérst ‘Amen’ zeggen, dan je ogen sluiten, mond openen, tong een beetje uitsteken en wachten op het stukje ouwel.
Voor een dromerig kind van zeven een complex ritueel. Zeker als je zeventien kinderen voor je had.
Eindelijk aan de beurt wachtte ik met stijf gevouwen handen, gesloten ogen en geopende mond op mijn beloning. Niets. Ik gluurde even.
‘Het lichaam van Christus,’ herhaalde de priester en fluisterde er geïrriteerd achteraan: ‘En wat zeg je dan?’
‘Eh, dank u wel?’
Gelukkig waren het maar ongewijde oefenhosties.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten