Op
nummer 38 woonde een kinderlokker. Dat wisten we van Mara’s zus die al in de
zesde zat, dus verstand ervan had.
De
verschoten gordijnen achter de vuile ramen zaten altijd dicht. Die zomer liepen
wij dagelijks na schooltijd erlangs om belletje te trekken. Dan schoof het gordijn wat opzij en verscheen
een glimp van een lijkbleke zombiehoofd. 'Kinderlokker!' schreeuwden wij en stoven weg.
Wie het langst bleef staan had gewonnen.
Toen
de gordijnen gesloten bleven was de lol eraf. Knikkeren werd ons nieuwe spel.
Weken
later vond de politie hem op zijn keukenvloer, na klachten van buren over stank
en vliegenoverlast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten